De letter en de geest van de wet

(Casper, het lieve spookje, bron: Wikipedia)

Wij preventiedeskundigen leven volgens onze bijbel, de Codex. Een klepper van meer van 600 pagina’s koninklijke besluiten ter uitvoering van de basiswet, de Welzijnswet van 1996. Dan zwijgen we nog over de stapel andere wetgeving waaraan onze werkgever moet voldoen: de arbeidsongevallenwetgeving, het ARAB, het AREI, wetgeving over brandveiligheid van gebouwen, Seveso-richtlijnen enz.

Ik ben in mijn carrière nog geen enkele organisatie tegengekomen die 100 % wettelijk in orde is.

Een groot nadeel van de wetgeving is de vele administratie die wordt opgelegd en de ontelbare aantoonbare documenten die we moeten produceren: risicoanalyses, inventarissen, verslagen… Je gaat je afvragen hoe dynamisch ons DRBS nog kán zijn als het verpletterd wordt onder stapels papier. De verplichte handtekeningetjes op veel van die papieren: nog zoiets dat de aandacht afleidt van de essentie. Het is nl. gemakkelijker om te bikkelen over een ontbrekend paraafje dan over een complexe inhoudelijke kwestie.

Als je je hier teveel op focust, ga je ten onder.

Hoe los je het dan wel op?

Wel, zet jezelf in de plaats van de wetgever.

Wat is de nobele bedoeling achter deze plechtige wetsartikelen?

Welke edele gedachte heeft de ambtenarij in Brussel geïnspireerd tot het schrijven van deze juridische volzinnen?

Probeer dié gedachte te vatten en te realiseren.

Een voorbeeld: risicoanalyses.

De Codex stelt dat er een risicoanalyse moet worden opgesteld op niveau van 1) de organisatie 2) de werkpost of functie en 3) het individu. Daarnaast legt de wetgeving ook nog eens een groot aantal specifieke risicoanalyses op, b.v. voor elektrische installaties, brand- en explosiegevaar, chemische agentia, moederschapsbescherming en ga zo maar door.

Hoe beginnen we eraan? Een voorbeeld (beter gezegd mijn voorbeeld): tracht te combineren...

  • Een werkpostanalyse kan bv. perfect de nodige risico-informatie bevatten over moederschap, jongeren, interims, nacht- en ploegenarbeid, chemische en fysische agentia, enz. Je kan dus meerdere vliegen in één klap slaan.

  • Een risicoanalyse op het niveau van het individu, is dat eigenlijk niet wat de arbeidsarts doet?

  • Risicoanalyses brand, elektrische installaties, arbeidsplaatsen… zijn dat niet de bedoelde “risicoanalyses op niveau van de organisatie”? Ze overstijgen alleszins de werkpost of het individu.

  • Tot slot: de speciale gevallen. Risicoanalyses explosieveiligheid, elektromagnetische velden, kunstmatige optische stralingen enz.: i.p.v. je tanden hierop stuk te bijten, zoek je best hulp bij experts. Je probeert toch ook niet je eigen wagen te herstellen als je amper begrijpt hoe die in elkaar steekt? 

Uiteraard passen al deze risicoanalyses in een doordachte strategie. Maar dat is weer een ander onderwerp. Waar we bij Konsilo ook heel wat over te vertellen hebben.

Een ander voorbeeldje: het gevreesde “verslag voor indienststelling” van een arbeidsmiddel. Vele bedrijven hebben een schijnbaar niet in te halen achterstand met het opstellen van deze verslagen. Alleen al de afkorting, “OVI !!” (onderzoek voor indienststelling) boezemt angst in.

Wat is de bedoeling? Niet anders dan dat er wordt nagedacht over het gebruik van het aangekochte toestel in de specifieke  bedrijfsomgeving. In principe is het toestel veilig an sich omwille van de vereisten opgelegd door normen en richtlijnen, maar hoe zit het met de omgeving?

  • Is die vochtig?

  • Stoffig?

  • Corrosief?

  • Komen er bezoekers?

  • Zullen stagiairs het toestel mogen bedienen?

  • Zullen er nog bewegende delen zijn die niet afgeschermd zijn?

  • Staan de noodstoppen op een goed bereikbare plaats?

  • Heeft de operator wel de nodige opleiding en liefst ervaring?

  • Enzovoort.

  • Enzoverder.

  • Etcetera.

Ga in dialoog met de eindgebruikers!

Het verslag op zich heeft geen enkele meerwaarde. Dat belandt in ons archief – dat we moeten bijhouden voor de inspectie TWW. Maar de denkoefening, die is nuttig en noodzakelijk.

En zo is het met veel wettelijke verplichtingen. Maak dus de denkoefening op een professionele manier en doe je kernjob. Wat het produceren van papier betreft om wettelijk in orde te zijn: hou het minimaal.

Kortom: gebruik de geest van de wet om te zorgen dat je de letter zo pragmatisch mogelijk kan invullen.