Over gevaar, risico en -jawel, dames en heren- emotie

(Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay)

Voor ons als preventiedeskundige is het een dooddoener: gevaar is niet hetzelfde als risico. Dat laatste is een kansbegrip. Naast de potentiële gevolgen, is de tweede factor de waarschijnlijkheid dat het gevaar tot uiting komt, “zichzelf kan verwezenlijken” en letsel of schade veroorzaakt. De formule is dus simpel: R = W x S oftewel Risico = Waarschijnlijkheid x Schade.

In theorie.

Maar dat doet er nu even niet toe. Ik wil hier een ander aspect van risico-inschatting aanhalen. 

Als we niet alleen het globale risico inschatten en evalueren – ik vermijd de term “kwantificeren” – maar ook naar de twee onderliggende factoren kijken, blijken we daar als mens, gevoelsmatig, niet altijd even goed in te zijn.

Onze angsten lopen soms in de weg.

Of mét ons weg.

Een illustratie: vliegen is statistisch zeer veilig, veiliger dan met de auto of fiets rijden maar als het misgaat, gaat het grondig mis. We spreken van een risico met een zeer lage waarschijnlijkheid en een zeer grote potentiële schade (het vliegtuig stort neer en alle inzittenden sterven). Omdat de schade moeilijk te beïnvloeden is – neerstorten is neerstorten, de kinetische energie kan niet verminderd worden – werken vliegtuigbouwers heel hard op de kansfactor zodat die kans op neerstorten uiterst miniem wordt. Hetzelfde “denkmodel” wordt gehanteerd in de nucleaire sector.

En zo worden uiteindelijk die risico’s aanvaardbaar klein.

In theorie.

Want: als mensen zich laten leiden door emotie, in dit geval angst, zetten ze nooit nog een stap in een vliegtuig of zijn ze vierkant tegen kerncentrales. Of mijden ze Brussel of Parijs als de pest na de aanslagen van 2015 en 2016.

De angst om zelf met de wagen te rijden of te fietsen daarentegen, zal zelden zo groot zijn dat men dit niet meer durft. Hoewel de kans op een incident veel groter is, schatten we de potentiële schade veel lager in. M.a.w. als het mis gaat, is de kans veel groter dat we er relatief ongeschonden uit komen. Dus malen we er minder om en kruipen we dagelijks in onze auto of op onze fiets.

Mensen reageren nu eenmaal met angst, afschuw, medelijden, ongeloof... op gevaren met grote gevolgen omdat we empathische wezens zijn – nu ja de meesten onder ons toch. Daar is absoluut niets mis mee, het is onze aard. Dat maakt dat we vol emotie reageren op kinderen met kanker, een vliegramp, een aanslag, een zelfmoord door pesterijen, een ander onschuldig slachtoffer in de media, enz. Hoewel dit allemaal statistisch eerder zeldzame gebeurtenissen zijn.

Mijn punt?

Dat dit in een werkcontext evengoed gebeurt: mensen zien een gevaar, zien eerst en vooral de grootte van de mogelijke schade, en reageren daar op met ongerustheid. Dat kan een gevaarlijk chemisch product zijn, een bepaalde handeling of machine, enz.

Bij zo’n gevoelsmatige reactie vergeten we soms het eigenlijke risico: hoe groot is de kans nu eigenlijk dat er daadwerkelijk iets gebeurt?

En dat is volstrekt menselijk.

De vraag die zich dan stelt is de volgende…

Wat is de juiste reactie als een collega zich opwindt, bang is, ongerust is over zo’n groot gevaar waarvan het gekoppelde risico zeer klein is?

Juist.

Empathie.

Laat mensen spreken, laat ze hun gevoel bij de situatie uitspreken, luister. Probeer dit gevoel niet te minimaliseren, te rationaliseren en al zeker niet te ridiculiseren!

Toon dus begrip.

Laat dit je niet tegenhouden om daarna, als men zich heeft kunnen uitspreken, het geheel te kaderen en toe te lichten wat de organisatie onderneemt om het risico minimaal te houden, vanuit haar zorgplicht.

Maak hierbij niet de fout te zeggen dat “er nooit iets kan gebeuren”!

Wees je ervan bewust dat dergelijke ongerustheid nooit helemaal verdwijnt.

Bij elk incident in die sfeer, hoe onbeduidend ook, komen de vragen opnieuw.

Aan jou om opnieuw te luisteren én te antwoorden.

Want ja, risico mag dan wel een mathematisch begrip zijn, er komt toch heel wat emotie bij kijken, ook.